(On)verantwoord wachten op jeugdzorg
Laatste update: 12 maart 2012
Over het onderzoek
De afgelopen jaren is door de overheid (zowel het Rijk als de provincies en stadsregio’s) flink geïnvesteerd in het terugdringen van de wachtlijsten in de jeugdzorg. Op 1 juli 2011 wachtten echter nog 2.974 kinderen langer dan negen weken op enige of de volledige en juiste jeugdzorg (in 2010 waren dit er 2.873). Tot en met 2009 gold in de jeugdzorg de afspraak dat alle kinderen binnen negen weken na indicatie de zorg moesten krijgen waarop zij recht hebben. Omdat de problematiek van kinderen verschillend kan zijn, hebben het Rijk, de provincies en de stadsregio’s vanaf 2010 andere afspraken gemaakt in een Afsprakenkader.
Dit onderzoek richt zich op de tweede afspraak uit het Afsprakenkader: de inzet is dat kinderen binnen negen weken de zorg moeten krijgen waarop zij recht hebben. Echter langer dan negen weken wachten mag, als Bureau Jeugdzorg beoordeelt dat dit verantwoord is. De voormalig minister voor Jeugd en Gezin heeft begin 2010 aangegeven dat dit bijvoorbeeld het geval kan zijn wanneer een kind op pleegzorg wacht en tijdelijk bij opa en oma kan wonen totdat er een goede match met een pleeggezin is gemaakt. Sinds deze afspraak rapporteren provincies en stadsregio’s aan het Rijk over het aantal kinderen dat onverantwoord langer dan negen weken wacht op jeugdzorg. In 2010 is gerapporteerd dat dit 18 kinderen betrof en in 2011 gaat het om 6 kinderen.
De Rekenkamers Amsterdam, Den Haag, Oost-Nederland en de Randstedelijke Rekenkamer voerden een onderzoek uit naar de kwaliteit van de rapportages van de provincies en stadsregio’s over het aantal kinderen dat (on)verantwoord langer dan negen weken wacht op jeugdzorg.
Status
Het onderzoek is gepubliceerd op 13 maart 2012. Lees het eindrapport voor de gedetailleerde resultaten. Of bekijk het persbericht voor de belangrijkste conclusies.