Financieel beheer infrastructurele projecten

Laatste update: 23 november 2005

De financiële beheersing van de uitvoering van infrastructurele projecten — zoals wegen, bruggen, tramlijnen en riolen — in Amsterdam schiet op onderdelen tekort. Hierdoor loopt de gemeente het risico dat de kosten voor de uitvoering van deze projecten uit de hand lopen.

De rekenkamer heeft overschrijdingen van infrastructurele projecten die in 2004 in Amsterdam in uitvoering waren met een omvang groter dan € 5 miljoen (exclusief Noord/Zuidlijn) in kaart gebracht. Bij 3 van de 21 bij de rekenkamer bekende projecten deden zich overschrijdingen voor van in totaal € 5,8 miljoen: de brug Weteringschans, verlenging van de tramlijn Amstelveen naar Westwijk en verharding van het wegennet in de waterleidingduinen. Voorts zullen de kosten van de omleiding van het aanvoerstelsel voor de rioolwaterzuivering met € 15 miljoen toenemen, als gevolg van nog niet verwerkte loon- en prijsbijstellingen. Dit moet nog ten laste van de gemeentelijke reserves van het Vereveningsfonds worden gebracht. Dit beeld is exclusief eventuele overschrijdingen van infrastructurele projecten die onder verantwoordelijkheid van het Ontwikkelingsbedrijf Amsterdam (OGA) worden uitgevoerd, omdat de administratie van deze dienst hierin geen inzicht biedt.

Daarnaast heeft de rekenkamer onderzoek gedaan naar het financieel beheer van drie projecten: de IJtram, het aanvoerstelsel voor rioolwaterzuivering en de Nesciobrug met een investeringsomvang van respectievelijk circa € 234 miljoen, € 128 miljoen en € 16,5 miljoen. Met uitzondering van het aanvoerstelsel kennen deze projecten (nog) geen overschrijdingen. Wel constateert de rekenkamer naar aanleiding van deze drie projecten een aantal tekortkomingen.
De sturing vanuit de raad op de uitvoering van infrastructurele projecten door OGA, verantwoordelijk voor naar schatting € 700 miljoen aan investeringen in infrastructuur, is beperkt. Dit is een gevolg van het afwijkende ‘regime’ van uitvoering en verantwoording via grondexploitaties en het ontbreken van een op  infrastructurele projecten ingerichte administratie.
Het gemeentelijke opdrachtgeverschap en toezicht op de uitvoering van het aanvoerstelsel door de stichting DWR is niet goed georganiseerd en ingevuld. Zo ontbrak een systeem van kredietbewaking op de uitgaven en zijn de uitgaven van de stichting niet op rechtmatigheid gecontroleerd. De kwaliteit van de financiële beheersing door de gemeentelijke diensten varieert in de drie onderzochte projecten, maar voldoet op een aantal onderdelen nog niet. Zo zijn bij de Nesciobrug in de oorspronkelijke kredietaanvraag kosten te laag voorgesteld en is geen periodieke risico-analyse uitgevoerd. Bij het aanvoerstelsel waren de tussentijdse ramingen van onvoldoende kwaliteit, waardoor de kosten in het eerste halfjaar van 2005 ineens met € 7 miljoen zijn toegenomen, zonder dat dit helder kon worden gemotiveerd.
De rekenkamer waardeert de nieuwe regelgeving die het College van B&W recent heeft vastgesteld om de informatievoorziening aan de raad op een hoger peil te brengen voor infrastructurele projecten van meer dan € 50 miljoen, maar vraagt ook aandacht voor de verbetering van de informatievoorziening ten aanzien van de middelgrote en kleinere projecten.

De rekenkamer heeft aanbevelingen voor verbetering gedaan op de volgende terreinen:

  • Kaderstelling en sturing van infrastructurele projecten in uitvoering bij OGA.
  • Verstevigen van opdrachtgeverschap en toezicht bij opdrachten aan verbonden partijen.
  • Versterken en verankeren van instrumenten van projectbeheersing: onder meer normering van proceskosten (VAT-kosten) en risicomanagement.
  • Op orde brengen van de interne controles bij de diensten, zodat ACAM efficiënter kan controleren.

Het College onderschrijft een groot aantal conclusies van de rekenkamer en ziet in de frisse kijk van de rekenkamer aanleiding om een aantal verbeteringen door te voeren.