Energiebesparings- en informatieplicht in Zaanstad
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Milieu
- Niet-financiële bedrijfsvoering
- Volksgezondheid en milieu
Energiebesparings- en informatieplicht in Zaanstad
Over het onderzoek
De gemeente Zaanstad wil tussen 2030 en 2040 klimaatneutraal zijn. Dat kan bijvoorbeeld als bedrijven minder energie gebruiken. Bij energieverbruik komt CO2 vrij. In Zaanstad wordt ongeveer de helft van de CO2-uitstoot veroorzaakt door bedrijven. Sinds 1993 zijn bedrijven verplicht om energiebesparende maatregelen te treffen die zich binnen vijf jaar terug verdienen. Ook zijn bedrijven verplicht om met de overheid te delen welke energiebesparende maatregelen zij gebruiken.
De gemeente Zaanstad is verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op deze informatie- en energiebesparingsplicht. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied voert deze taken uit voor de gemeente. Met dit onderzoek willen we uitzoeken of toezicht en handhaving op de informatie- en energiebesparingsplicht goed is georganiseerd. Ook willen we onderzoeken of de gemeenteraad voldoende wordt geïnformeerd over de resultaten.
De resultaten in 2022
Het onderzoek is nog niet gepubliceerd.
Grip op Warmtenetwerk Zaanstad
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Infrastructuur
- Milieu
- Verkeer, vervoer en waterstaat
- Volksgezondheid en milieu
Grip op Warmtenetwerk Zaanstad
Over het onderzoek
Zaanstad wil tussen 2030 en 2040 klimaatneutraal zijn. Daarvoor moeten onder andere huizen en bedrijven minder aardgas gaan gebruiken voor de verwarming. Dit kan bijvoorbeeld via een warmtenet met duurzamere warmtebronnen dan gas. De gemeente wil het gebruik van het warmtenet in Zaanstad verbeteren. Daarom heeft de gemeente Zaanstad samen met andere partijen Warmtenetwerk Zaanstad BV opgericht. We onderzoeken in Grip op Warmtenetwerk Zaanstad of de gemeente Zaanstad voldoende grip heeft op het warmtebedrijf.
De resultaten in 2022
Het onderzoek is nog niet gepubliceerd.
Gemeentelijke rioolwatertaken: inrichting
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Riolering
- Volksgezondheid en milieu
Gemeentelijke rioolwatertaken: inrichting
Over het onderzoek
Het riool heeft een belangrijke rol in onze samenleving. De gemeente Amsterdam is verantwoordelijk voor een goede werking van het riool en laat de uitvoering en het beheer ervan over aan Waternet. In dit eerste deelonderzoek naar de gemeentelijke rioolwatertaken onderzochten we de inrichting en aansturing van de gemeentelijke rioolwatertaken. De centrale vraag is: in hoeverre voeren de verschillende partijen de gemeentelijke rioolwatertaken in Amsterdam adequaat uit?
De resultaten in 2021
Op hoofdlijnen werkt de huidige inrichting naar behoren. Over het ontwerp is goed nagedacht. En de gemeente, AGV en Waternet zijn tevreden. We vinden wel dat de inrichting heroverwogen moet worden. Deze is sinds de oprichting in 1997 vrijwel niet veranderd. Door het succes van de samenwerking zijn belangrijke punten uit het oog verloren. Er zijn geen evaluaties, heroverwegingen en herijkingen geweest. Hierdoor is de toekomstbestendigheid van de inrichting in gevaar gekomen. Dit resulteert in incidenten en problemen. Ook is er sprake van een gebrek aan professioneel-kritische houding van het stichtingsbestuur naar de directie toe.
Bruikbaarheid van indicatoren: Verwijderen van drijf- en grofvuil
- Begroting en rekening
- Bestuur en ondersteuning
- Milieu
- Volksgezondheid en milieu
Bruikbaarheid van indicatoren: Verwijderen van drijf- en grofvuil
Over het onderzoek
In Nederland moeten gemeenten met indicatoren laten zien hoe zij hun beleid uitvoeren. De indicatoren van de gemeente Amsterdam staan in een doelenboom. We onderzochten in Bruikbaarheid van indicatoren of de indicatoren van de gemeente Amsterdam zorgen voor een helder, relevant en bruikbaar inzicht van door haar behaalde activiteiten en doelen. Kunnen raadsleden en geïnteresseerde burgers de inzichten uit de doelenboom goed gebruiken? We onderzochten vijf indicatoren uitgebreider. Dit tweede deelonderzoek ging over het verwijderen van drijf- en grofvuil.
Deze indicator is geformuleerd voor de activiteit van de gemeente om het openbare water begaanbaar, aantrekkelijk, schoon en veilig en schoon te maken voor alle gebruikers, door jaarlijks honderden tonnen afval uit het water te laten verwijderen met speciale boten van Waternet.
Resultaten in 2019
In de begroting staat weinig over de indicator voor het verwijderen van drijf- en grofvuil. Hierdoor kunnen lezers van de begroting vermelde cijfers lastig of helemaal niet plaatsen. Daarnaast sluit de activiteit niet precies aan op wat de indicator meet. Wel is de indicator voldoende duidelijk en specifiek beschreven. Tot slot is de indicator redelijk betrouwbaar tot stand gekomen: het gerapporteerde aantal ton verwijderd drijf- en grofvuil komt vrijwel overeen met het werkelijke gewicht van het verwijderd drijf- en grofvuil.
Verduurzaming warmtevoorziening met warmtenetten
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Milieu
- Volksgezondheid en milieu
- Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
- Wonen
Verduurzaming warmtevoorziening met warmtenetten
Over het onderzoek
Nederland gaat van het aardgas af. In de gesprekken over de verduurzaming van de warmtevoorziening van Amsterdam nemen warmtenetten al lang een belangrijke plaats in. Voordat we besloten onderzoek uit te voeren naar dit onderwerp, voerden we eerst een verkennend onderzoek uit naar het beleid van de gemeente over de verduurzaming van de warmtevoorziening.
De resultaten in 2019
We constateren dat er een door de gemeenteraad vastgesteld beleidskader ontbreekt voor het verduurzamen van de warmtevoorziening. Daarnaast zijn de beoogde effecten concreet, maar missen deze scherpte. We zien ook dat het beleidsdoel helder en concreet is geformuleerd. Echter zijn de middelen onvoldoende helder en concreet. Tot slot concluderen we dat het beleid niet tijdig is vastgesteld.
Luchtkwaliteit in Amsterdam (2016)
- Milieu
- Verkeer en vervoer
- Verkeer, vervoer en waterstaat
- Volksgezondheid en milieu
Luchtkwaliteit in Amsterdam (2016)
Over het onderzoek
Ons rapport Luchtkwaliteit in Amsterdam uit 2011 bevatte 6 aanbevelingen. In het opvolgingsonderzoek onderzochten we in hoeverre het college onze aanbevelingen had overgenomen. Ook zijn we nagegaan in hoeverre de gezamenlijke brief van de G4-rekenkamers aan het Rijk tot gedachtewisseling heeft geleid in de Tweede Kamer.
De resultaten in 2016
Het college heeft de aanbevelingen uit ons onderzoek van juni 2011 opgepakt, maar voor een deel nog niet geheel opgevolgd. De luchtkwaliteit in de stad is in de tussenliggende jaren wel verbeterd, maar de gemeente voldoet (nog steeds) niet overal in de stad aan de wettelijke norm voor stikstofdioxide (NO2). Het college heeft nog geen eigen methode ontwikkeld waarmee het zelf tussentijds de uitvoering van de luchtkwaliteitsmaatregelen bewaakt en zicht houdt op de realisatie van de beoogde effecten. Hierdoor kan de gemeente bij tegenvallende resultaten niet alert reageren. In de Tweede kamer vond discussie plaats over het belang van een goede samenwerking tussen Rijk en gemeenten en de introductie van de roetindicator voor lokale maatregelen.
Riolering in Zaanstad (2016)
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Riolering
- Volksgezondheid en milieu
Riolering in Zaanstad (2016)
Over het onderzoek
In 2012 onderzochten we het rioleringsbeleid van de gemeente Zaanstad. Daar kwamen acht aanbevelingen uit voort. Nu hebben we onderzocht op welke wijze het college van burgemeester en wethouders invulling heeft gegeven aan deze aanbevelingen.
De resultaten
Uit het opvolgingsonderzoek blijkt dat het college vijf van de acht aanbevelingen volledig heeft uitgevoerd. De drie andere aanbevelingen zijn gedeeltelijk opgevolgd of nog in uitvoering. .Het onderzoek leverde daarnaast een aantal aandachtspunten op om het beleid, de beleidsuitvoering en de informatievoorziening verder te verbeteren.
Energiebesparing corporatiewoningen
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Milieu
- Volksgezondheid en milieu
- Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
- Wonen
Energiebesparing corporatiewoningen
Over het onderzoek
In 2014 publiceerden we ons onderzoek naar de effectiviteit van het subsidiëren van labelstappen in het rapport Amsterdams klimaatbeleid. Uit dit onderzoek bleek dat het effect van een labelstap op het werkelijke energieverbruik veel kleiner was dan werd verwacht en dat de subsidieregeling hierdoor erg kostbaar was. Op verzoek van de gemeenteraad onderzochten we in Energiebesparende maatregelen in corporatiewoningen of het stimuleren van specifieke energiebesparende maatregelen (zoals het vervangen van de verwarmingsinstallatie of het aanbrengen van isolatie) effectiever zou zijn.
De resultaten in 2016
Wij constateren dat de gemeente op dit moment niet over instrumenten, noch via de labelstappensubsidie, noch via het stimuleren van specifieke energiebesparende maatregelen, beschikt om op eenvoudige wijze grootschalig en doelmatig het energieverbruik in de Amsterdamse woningvoorraad te doen dalen. Deze constatering rechtvaardigt wat ons betreft de vraag in hoeverre de gemeente in haar beleid gericht op energiebesparing en CO2-reductie nog moet inzetten op het energiezuinig maken van woningen.
Amsterdams klimaatbeleid
- Milieu
- Volksgezondheid en milieu
Amsterdams klimaatbeleid
Over het onderzoek
De gemeente Amsterdam wil dat de CO2-uitstoot in de stad in 2025 met 40% is afgenomen ten opzichte van 1990. In 2040 moet de vermindering zelfs 75% zijn. Om dit te bereiken heeft de gemeente een energiestrategie geformuleerd, waarvan energiebesparing in de woningvoorraad een belangrijk onderdeel is. De gemeente Amsterdam heeft afspraken gemaakt met Amsterdamse woningcorporaties om bij de bestaande corporatiewoningen labelstappen te zetten. Hierdoor moeten deze woningen zuiniger worden. Of een woning energiezuiniger is geworden, wordt gemeten aan het aantal labelstappen dat is gemaakt. In Amsterdams klimaatbeleid. Effectiviteit van het subsidiëren van labelstappen onderzochten we of de labelstappensubsidie leidt tot een daadwerkelijke vermindering in het energieverbruik en CO2-uitstoot.
De resultaten in 2014
We concluderen dat het behaalde resultaat sterk tegenvalt. In plaats van 5,1 kiloton CO2-uitstoot, bedraagt de gerealiseerde vermindering waarschijnlijk 1,65 kiloton CO2. In totaal heeft de gemeente hiervoor tot eind 2013 zo’n € 33,5 miljoen subsidie verstrekt. Het is daarmee ook een zeer kostbare regeling: per vermeden ton CO2per jaar kost het de gemeente gemiddeld € 1.000 subsidie.
Schoonhouden van de openbare ruimte (2013)
- Milieu
- Volksgezondheid
- Volksgezondheid en milieu
Schoonhouden van de openbare ruimte (2013)
Over het onderzoek
In Schoonhouden van de openbare ruimte (uit 2009) onderzochten we hoe schoon het eigenlijk is in de stadsdelen. En we onderzochten in hoeverre de stadsdelen bij het schoonhouden van de openbare ruimte – in het bijzonder de veegdiensten en de groenvoorziening – doelmatig en doeltreffend te werk gaan. We deden acht aanbevelingen en keken in het opvolgingsonderzoek in hoeverre deze waren opgepakt.
De resultaten in 2013
Zes van de acht aanbevelingen zijn door de stadsdelen waren uitgevoerd. Alleen de aanbeveling over de kostenefficiency pakken de stadsdelen niet op.
Riolering in Zaanstad (2012)
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Riolering
- Volksgezondheid en milieu
Riolering in Zaanstad (2012)
Over het onderzoek
Uit benchmarks bleek dat de gemeente Zaanstad mede vanwege de slappe bodem relatief veel middelen inzet voor de rioleringstaak. Dit had een hoge rioolheffing als gevolg. Verder bleek uit een quickscan dat er bij de rioleringsinvesteringen sprake was van een vervangingsachterstand van ongeveer € 60-70 miljoen. Daarom besloten we in 2012 onderzoek te doen naar het rioleringsbeleid en de rioleringskosten van de gemeente Zaanstad.
De resultaten
In 2012 was het tweede Gemeentelijke rioleringsplan 2001-2005 (GRP II) nog steeds het geldende beleidskader. Dit kader was echter op onderdelen achterhaald, mede omdat de gemeente vanaf 2008 ook beleidsverantwoordelijkheid heeft voor het lozen van hemelwater en het grondwater. Het GRP II was niet gebaseerd op gegevens over kosteneffectiviteit ten aanzien van de geplande maatregelen. Belangrijke beleidskeuzes zijn dan ook vanuit kostenoogpunt onvoldoende onderbouwd. Verder zagen we dat de rioleringstaak wel binnen de door de raad beschikbare budgetten werd uitgevoerd. Echter dit werd gerealiseerd door de planning zo nodig tussentijds aan te passen en de investeringskredieten bij te stellen. De raad ontving daarover nauwelijks informatie. Het rapport mondde uit in drie aanbevelingen met betrekking op het verbeteren van het beleid, drie op het verbeteren van de bedrijfsvoering en twee op he verbeteren van de informatievoorziening aan de raad.
Luchtkwaliteit in Amsterdam (2011)
- Milieu
- Verkeer en vervoer
- Verkeer, vervoer en waterstaat
- Volksgezondheid
- Volksgezondheid en milieu
Luchtkwaliteit in Amsterdam (2011)
Over het onderzoek
In Luchtkwaliteit in Amsterdam onderzochten we in hoeverre de uitvoering van de lokale aanpak van luchtkwaliteit volgens planning verloopt en of dit tot de beoogde resultaten heeft geleid. Ook de rekenkamers van Den Haag, Rotterdam en Utrecht voerden zo’n onderzoek uit. Hierdoor was het mogelijk om de maatregelen en de resultaten van de G4-gemeenten met elkaar te vergelijken.
De resultaten in 2011
De lucht in Amsterdam is niet zo schoon als moet van Europa. Het beleid van Amsterdam is gericht op het aanpakken van plekken, waar de lucht nog niet aan de normen voldoet. Het zal Amsterdam niet lukken om dat tijdig, voor 2015, in orde te krijgen. De effecten van landelijke en gemeentelijke maatregelen vallen tegen. Voor alle G4-gemeenten geldt dat er na de uitvoering van de voorgenomen maatregelen in 2015 nog knelpunten over zouden zijn. Verder zien we dat de vraag welke maatregelen het beste zijn voor de volksgezondheid op de achtergrond is geraakt. De G4-rekenkamers hebben gezamenlijk ook een brief gestuurd aan het Rijk. Hierin werd het Rijk gevraagd om samen met de gemeenten het voortouw te nemen aanvullende maatregelen te formuleren om in 2015 aan de Europese normen te kunnen voldoen. Verder concluderen we dat raadsleden te weinig informatie ontvangen over de resultaten. De informatie aan burgers is versnipperd.