Schuldhulpverlening in Bos en Lommer en Zuidoost

Laatste update: 10 oktober 2007

In de stadsdelen Bos en Lommer en Zuidoost zijn in 2006 naar schatting 60% van de minimahuishoudens met schulden niet bereikt door de schuldhulpverlening. Van de burgers die wel een beroep doen op de schuldhulpverlening start bij een beperkt aantal (9% Bos en Lommer en 13% Zuidoost) een traject voor schuldsanering. Van het overige deel van de burgers met schulden die een beroep doen op de schuldhulpverlening is niet bekend of zij geholpen zijn. De stadsdelen Bos en Lommer en Zuidoost pakken het ontwikkelen van effectief beleid, het aansturen van gesubsidieerde schuldhulpbureaus en het registeren van resultaten en effecten onvoldoende op.

Bereik beperkt, resultaten onvoldoende bekend
Van de minimahuishoudens met schulden in de stadsdelen Bos en Lommer (circa 750) en Zuidoost (circa 1.800) meldden zich naar schatting 40% bij de schuldhulpbureaus (Madi en Raster) in 2006. Van de burgers die een beroep doen op de schuldhulpverlening heeft overigens circa 45% een inkomen boven het minimum. De inzet van de schuldhulpbureaus ligt voor een belangrijk deel bij de zogeheten crisishulpverlening (50% van de aanmeldingen in Bos en Lommer en 34% in Zuidoost): het voorkomen van huisuitzettingen of van afsluiten van energielevering. Daardoor komen de schuldhulpbureaus onvoldoende toe aan preventie en begeleiding van burgers met een schuld. Wel is positief dat er van meer burgers met een schuld het inkomen ‘wordt gerepareerd’: verbetering van het inkomen via toeslagen.
Van de burgers die starten met een saneringstraject (34 in Bos en Lommer en 184 in Zuidoost) bieden de schuldhulpbureaus maar in beperkte mate nazorg aan om deze burgers blijvend uit de schulden te houden. Van burgers met schulden die de schuldhulpbureaus voordragen voor sanering bij de Kredietbank of de rechter, komen er slechts weinig in aanmerking (respectievelijk 15% en 62%). De overige verdwijnen uit beeld zonder dat zij geholpen zijn.
De schuldhulpbureaus registeren in onvoldoende mate of cliënten blijvend schuldenvrij zijn, nadat de hulpverlening in de vorm van preventie, begeleiding en sanering is afgerond. Onbekend is of de hulpverlening effectief is geweest, cliënten zelf de schulden hebben opgelost of cliënten nog steeds in de schulden zitten.

Rol stadsdeel te beperkt
Hoewel de schulphulpverlening formeel een verantwoordelijkheid is van de stadsdelen, geven Bos en Lommer en Zuidoost beperkt sturing aan de ‘eigen’ schuldhulpbureaus (Raster en Madi). De centrale stad (Dienst Werk en Inkomen) stelt het aantal uit te voeren trajecten voor schuldhulpverlening vast en ziet toe op de controle van de uitvoering. Dit optreden van de centrale stad leidt naar mening van de rekenkamer tot een afwachtende houding bij de stadsdelen.

Aanbevelingen rekenkamer
De rekenkamer heeft op grond van het onderzoek zes aanbevelingen voor verbetering gedaan voor het dagelijks bestuur van de stadsdelen Bos en Lommer en Zuidoost.